– met oud-collega: Fokke Dijkema
– door Francine Edridge
In het kort:
- Geboren: 1938.
- Burgelijke staat: Ongehuwd.
- Woonplaats: Leiden.
- Opleiding: gymnasium, studie begonnen met Semitische Talen, afgesloten met Talen van het Midden Oosten.
- Vervoermiddel: benenwagen, fiets, auto, OV.
- Sport: Wandelen.
- Boek(en): E. du Perron, Land van herkomst . Ida Simons, Een dwaze maagd.
- Film(s): Gideon’s daughter. The girl in the café.
- Muziek: Händel.
- Hobbies: zingen, familiegeschiedenis.
Was het, gezien je opleiding, duidelijk dat je in de uitgeverswereld terecht zou komen?
Nee, niet echt.
En was je de naam Brill al ergens tegengekomen?
Halverwege mijn studie heb ik als assistent van een mediëvist gespecialiseerd in de geschiedenis van de Kruisvaarders een reis van vijf maanden gemaakt door het Midden Oosten. De mediëvist wilde daar de overgebleven monumenten van de Kruisvaarders zien. Mijn taak was de motorfiets waarop we reisden besturen, foto’s van de monumenten maken en Arabisch spreken. De mediëvist raakte onderweg niet uitgepraat over de service die hij van Brill had gekregen bij de publicatie van zijn proefschrift. Het leek me leuk, zulke tevreden klanten te hebben. Ik heb contact met Brill gezocht en ben er na afstuderen en militaire dienst in dienst gekomen.
Wat waren je eerste indrukken toen je bij Brill kwam en wie heeft je aangenomen?
Een rustig, vriendelijk bedrijf. Ik ben aangenomen door de toenmalige directeur, de heer Wieder. Mijn collega Tom Edridge, kort voor mij in dienst gekomen, en ik zijn in het begin gecoacht door de toen al gepensioneerde adjunct-directeur dhr. van Proosdij.
Welke functie werd je aangeboden?
Oosters redacteur. Later heb ik ook nog enige tijd het fonds Oude Testament beheerd.
En wat waren de indrukken die het personeel op je maakte?? En de verscheidenheid aan mensen en functies.
Vriendelijke, aardige mensen, die in goede harmonie samenwerkten.
Was het werk plezierig en heb je er vreugde aan beleefd?
Het werk was plezierig. Het was steeds een mooie ervaring dat je bij auteurs welkom was alleen al om de mooie, oude, respectabele reputatie van Brill. Het plezier werd lange tijd wel enigszins belemmerd doordat je vrijwel elke auteur die bij Brill een boek zou gaan uitgeven wegens de toen nog zeer hoge drukkosten om een bijdrage in die drukkosten moest vragen. Die omstandigheid maakte ook het opbouwen van een kwalitatief goed fonds moeilijk. Een andere omstandigheid van betekenis was de totstandkoming van gecomputeriseerde verkooplijsten van de leverbare titels (eerder ging dat op met de hand bijgehouden kaarten). Die hielpen enorm bij het bepalen van oplages van nieuwe boeken en leerden ook voor het eerst dat handboeken aanzienlijk beter verkopen dan monografieën.
Heb je nog te maken gehad met strijd in het bedrijf om het een of ander?
In de jaren 1983-1993 was ik naast mijn werk deelnemersvertegenwoordiger in het bestuur van het toen nog bestaande eigen pensioenfonds van Brill, Pensioenfonds Peltenburg. Het bestuur bestond uit een vertegenwoordiger van de directie, een lid van de Raad van Commissarissen en twee deelnemersvertegenwoordigers. Onderdeel van de arbeidsovereenkomsten van Brill met de werknemers was dat Brill het werknemersdeel van de pensioenpremie voor zijn rekening nam. Begin jaren ’90 ontstond in het bestuur strijd over de premiekorting die het bestuur jaarlijks placht te verlenen. De directie en de commissaris wilden een vaste korting, de deelnemersvertegenwoordigers handhaving van de regel van een jaarlijks aan de hand van de jaarresultaten vast te stellen korting. In het jaar 2000 – ik was toen met de VUT – sijpelden berichten door dat het met het pensioenfonds slecht ging. Een ter zake goed geïnformeerde collega adviseerde een gepensioneerdenvereniging op te richten. Als oud-bestuurder van het pensioenfonds was ik een aangewezen persoon om daaraan mee te werken. Samen met enige oud-collega’s heb ik toen in 2001 de vereniging opgericht in welks krantje u dit interview leest. We hebben in de toen volgende jaren hard gewerkt om de pensioenbelangen van de oud collega’s zo goed mogelijk te dienen. Dat ging soms met wat onstuimigheid gepaard. Mede door de inmiddels sterk aangescherpte regelgeving rond pensioenzaken in het algemeen is het nu rustiger, maar er blijft werk te doen.
Hoe lang heb je er gewerkt?
28,5 jaar.
En hoe kijk je nu, na zo veel jaren, terug op Brill?
Het was leuk om te werken bij een bedrijf dat zulke mooie producten maakt als boeken en ondanks ook wel eens dingen die verkeerd gingen een goede naam heeft.
Wat zijn je huidige werkzaamheden?
Bestuurlijk werk, jaarlijks in Oegstgeest de collecte voor de Maag Lever Darm Stichting organiseren.
Interview
– met oud-collega Kees Visser,
– door Francine Edridge
In het kort:
- Geboren: 21 juli 1940
- Burgerlijke staat: gehuwd
- Woonplaats: Voorschoten
- Opleiding: Mulo, Middenstandsdiploma, Grafische school, Calculator, Vestigingsdiploma Grafisch en Lithografisch bedrijf
- Vervoermiddel: fiets en auto
- Sport: heel vroeger atletiek, later schaatsen
- Boek: Geschiedenis en literatuur
- Film/muziek: Spaghettiwesterns, klassieke muziek
- Hobby’s: lezen, postzegels verzamelen, tot afgelopen jaar vrijwilligerswerk bij ijsclub en basketbalvereniging en zeer lange fietstochten samen met Loes.
Op welke leeftijd ben je bij Brill beland en wat was je motief?
Ik was 24 jaar toen ik in 1964 bij Brill ging werken en had nog nooit van het bedrijf gehoord. Ik ging bij Brill werken omdat ik in Den Haag geen huis kon krijgen.
Had je interesse in uitgeverijen, misschien Brill in het bijzonder?
Ik wist wel wat een uitgeverij was; Brill was echter niet alleen uitgeverij maar ook een drukkerij en ik begon bij de drukkerij op de afdeling handzetterij. Gezien mijn vooropleiding was het niet mijn bedoeling om mijn verdere werkzame leven op de zetterij door te brengen.
Wat waren je werkzaamheden voordat je bij Brill kwam?
Tijdens mijn opleiding in Den Haag bij een grote drukkerij (Sijthoff) werd er ook gewerkt. De opleiding bij dit bedrijf was veelzijdig. Met alle werkzaamheden in het grafische bedrijf kwam ik in aanraking. Daar heb ik veel aan gehad in mijn verdere werkzame leven.
Had je, gezien je opleiding, veel of weinig van doen met het uitgeven/drukken van boeken? Met name, wetenschappelijke boeken?
Bij het drukken van boeken is er geen verschil in het soort boeken. (dat wordt gemaakt.) Anders is dit bij het vervaardigen van de tekst voor een boek. Het is bekend dat de inhoud van de boeken bij Brill nogal afwijkend is. Niet alleen de inhoud, maar ook de vele talen die in de uitgaven voorkomen. Vroeger werden de teksten in lood vervaardigd. Naast de machinale verwerking was er ook nog veel handwerk voor de talen die niet op deze manier konden worden verwerkt. Denk daarbij aan Arabisch, Chinees, Japans en allerlei andere talen. Pas in de tachtiger jaren werd dat anders en was de digitalisering in opkomst.
Wat was je functie bij Brill?
Begonnen als handzetter (1 jaar); vervolgens verantwoordelijk voor de planning van het hele drukproces; assistent bedrijfsleider drukkerij; bedrijfsleider drukkerij. Tot het afstoten van de drukkerij eind jaren ’80 was ik tevens hoofd produktie van de uitgeverij. Brill bestond vroeger uit 2 gescheiden werelden (ook fysiek), de uitgeverij en de drukkerij. De uitgeverij zat op de Oude Rijn, de drukkerij in de Plantijnstraat. In de tweede helft van de jaren 80 verhuisde de uitgeverij ook naar de Plantijnstraat.
Wie heeft je aangenomen destijds?
De heer de Koning, in 1964 de bedrijfsleider van de drukkerij.
Toen je besloot de baan te aanvaarden, wat waren je eerste indrukken?
Een vrij ouderwets bedrijf met de daarbij gangbare cultuur.
En wat vond je van de verscheidenheid aan personeel?
Gescheiden werelden tussen uitgeverij en drukkerij.
Kreeg je het gevoel dat Brill een soort “familiebedrijf” was, zoals velen met mij het bedrijf zagen?
Dat gevoel heb ik de eerste tijd nooit gehad. Dat is later wel veranderd vanaf de jaren ’70. De hele maatschappij begon destijds te veranderen en Brill dus ook. De samenvoeging in de Plantijnstraat veranderde dat definitief.
Heb je nog ernstige problemen ondervonden of conflicten meegemaakt tijdens je werkzaamheden bij Brill?
Persoonlijk heb ik geen ernstige problemen ondervonden al beleefde Brill wel woelige tijden met vrij snel opeenvolgende directiewisselingen.
Ongetwijfeld heb je het naar je zin gehad in het bedrijf, is mijn indruk. Is die indruk juist?
Ik heb het heel erg naar mijn zin gehad bij Brill anders had ik het niet meer dan 34 jaar volgehouden. Ik had het zo naar mijn zin dat ik nog 2 jaar langer ben gebleven. In 1986 kon ik al weg maar er werd mij gevraagd nog wat langer te blijven aangezien er net een directiewisseling had plaatsgevonden.
Hoe lang heb je er gewerkt en waar hou je je nu dagelijks mee bezig?
Ik heb er 34 jaar gewerkt maar nooit een door Brill uitgegeven boek gelezen. Lezen heb ik wel altijd gedaan, net na de oorlog ging ik al naar de bibliotheek en ik ben altijd blijven lezen. Ik lijd wel enigszins aan een soort beroepsdeformatie. In de boekhandel ruik ik altijd even in een boek voordat ik het koop. De geur van inkt en papier, heerlijk.
Enne, na zoveel jaar, denk je nog wel eens terug aan Brill en collega’s? En met goede gevoelens?
Bij gelegenheid denk ik nog wel eens terug aan Brill. Ik heb er altijd met plezier gewerkt met veel leuke collega’s. Ik heb nu wel een behoorlijk bittere nasmaak sinds ik kort geleden tot de ontdekking kwam dat de pensioenuitkering (het oude Peltenburgfonds via Interpolis en nu Achmea) ook in de toekomst niet tot verhoging van het pensioen zal overgaan. Dus over 10 jaar is er weinig meer over van het pensioen. Dat is dus niet zo’n goed gevoel.
Interview
– met oud-collega: Carlie Segboer
– door Francine Edridge
In het kort:
- Geboren: 4 januari 1947
- Burgerlijke staat: gehuwd
- Woonplaats: Lisse
- Vervoermiddel: auto.
- Sport: Ik heb diverse sporten beoefend in het verleden, ik heb gehockeyd tot mijn 68ste en mo-menteel golf ik. Wekelijks bezoek ik de sportschool.
- Boek(en): Ik lees allerlei boeken
- Film / muziek: Ik ben geen liefhebber van films, luister graag naar muziek, van pop tot klassiek. Vooral “The new London chorale”.
- Hobbies: Lezen, puzzelen, breien – voor goede doelen, zoals voor een ouderenfonds en een weeshuis in Nepal.
Ik begin maar weer met de onvermijdelijke vraag: hoe kwam je terecht bij de Koninklijke Brill? En had je al eens van Brill gehoord?
Via het arbeidsbureau in Leiden. Daar stond een vacature open bij Brill. Nee, ik had nog nooit van Brill gehoord.
Wat waren je werkzaamheden voordat je bij Brill kwam?
Ik fungeerde als telefonist en verrichtte administratief werk bij een bedrijf in bulldozers en wegenmachines.
Had je, gezien je opleiding, veel of weinig van doen met het uitgeven van boeken? En met name van wetenschappelijke boeken?
Ik had totaal geen verstand van het uitgeversvak.
Wat was je functie bij Brill?
Ik ben begonnen als administratief medewerkster. Nadat er in het bedrijf een reorganisatie had plaatsgevonden kreeg ik de functie van productiebegeleider.
Toen je besloot de baan te aanvaarden, wat waren je eerste indrukken?
Mijn eerste indruk was erg goed! Iedereen stelde me op mijn gemak en vanaf de eerste dag ging ik met veel plezier naar mijn werk.
En wat vond je van de verscheidenheid aan personeel?
Heel erg leuk. Ik heb van verschillende collega’s veel geleerd over het uitgeversvak.
Was Brill voor jou ook een soort “familiebedrijf”, zoals velen met mij het bedrijf zagen?
Dat was het voor mij zeker! Er heerste een fantastische sfeer en ik voelde me er erg thuis.
Heb je nog ernstige moeilijkheden ondervonden tijdens het werken bij Brill?
Nee, gelukkig niet
Ongetwijfeld heb je het naar je zin gehad is mijn indruk. Is die indruk juist?
Ik heb het bijzonder naar mijn zin gehad. Ik had fijne collega’s, veel gelachen, maar ook hard gewerkt. Elke maand was er een deadline.
Met welke gevoelens kijk terug op de tijd bij Brill?
Ik kijk terug op een prachtige tijd.
Hoe lang heb je er gewerkt? En waar hou je je nu dagelijks mee bezig?
Ik heb ruim 14 jaar bij Brill gewerkt en hield ermee op toen ik 62 was. Ik heb veel hobby’s waar ik dagelijks van geniet. Twee keer per week vrijwilliger in een verzorgingshuis, wandel met mensen die daar wonen en doe spelletjes. Verder ben ik nog vrijwilliger bij de Zonnebloem en wekelijks bezoek ik een dame waar ik gezellige dingen mee doe. Mijn dagen zijn goed gevuld.
Enne, mis je Brill en medewerkers een beetje?
Ik heb nog regelmatig contact met enkele oud-collega’s. En natuurlijk mis ik Brill wel een beetje, maar door de uitnodigingen voor de recepties en het vuttersuitje, voel ik me nog steeds betrokken.
Interview
– met oud-collega David Orton,
– door Francine Edridge
In het kort:
- Geboren: 1952, Essex, Engeland.
- Burgerlijke staat: getrouwd met Annette, al sinds 1975.
- Woonplaats: Dorset, in het zuiden van Engeland (héél mooi!).
- Vervoermiddel: te voet (ik werk al 24 jaar thuis), maar ik reis tamelijk veel (vliegtuig).
- Sport: ga iedere dag in dit mooie landschap lopen; armchair voetbal.
- Boek/film, muziek: historische romans, Scandinavische film noir e.v.a.; jazz, klassieke muziek.
- Hobbies: piano (redelijk) en klarinet (slecht). Huidige project: Kreta – geschiedenis, cultuur, taal (moderne Grieks aan het leren).
Hoe en wanneer ben je bij Brill terechtgekomen?
Ik reageerde op een annonce die destijds op mijn bureau bij Sheffield Academic Press lag, afkomstig van een zekere, toen nog onbekende, Julian Deahl. Na een bezoek in Leiden heeft Frans Pruyt mij een baan als acquisitie-redacteur aangeboden. Die heb ik toen niet aanvaard! Maar een jaar later kwam het mij beter uit, Brill was nog steeds geïnteresseerd en in April 1991 (nu 31 jaar geleden – niet te geloven) ben ik met mijn jonge gezin van Sheffield naar Leiden verhuisd.
Lag je interesse in de uitgeverswereld? Brill in het bijzonder?
Ik had al een paar jaar bij Sheffield Academic Press gewerkt en i.v.m. mijn doctorale studies aan de
universiteit werd ik uitgenodigd om voor de uitgeverij als hun eerste Senior Academic Editor te komen werken. Brill was mij door de boekenreeksen en tijdschriften al bekend en had een reputatie van goede kwaliteit maar saai, zowel qua inhoud als presentatie. Er waren dus meteen goede mogelijkheden om Brill voor de internationale markt aantrekkelijker te maken.
Had je, gezien je opleiding, veel of weinig van doen met de uitgeverswereld? Voornamelijk van wetenschappelijke boeken?
Ik was vier jaar eerder in het vak bijbelwetenschap gepromoveerd. Ik voelde me dus in deze wereld al volledig thuis!
Wat was je functie bij Brill?
Acquisitie-redacteur/uitgever en hoofd van de afdeling religie (naast Julian Deahl, geschiedenis – en Peri Bearman, Islam).
Toen je besloot de baan te aanvaarden, wat waren de eerste indrukken?
Ik zal nooit vergeten, hoe Frans Pruyt me mijn plek op kantoor liet zien, met de woorden: “This is the religion department, David. This is your empire. Do something!” Het was een mooie en motiverende uitnodiging. De meeste medewerkers waren zeer vriendelijk en behulpzaam. Ook buiten het bedrijf. Ik zal nooit vergeten, bijvoorbeeld, hoe Liz Venekamp hielp met het zoeken en vinden van een huis in de regio.
Hoe ervoer je de verscheidenheid aan personeel?
Ik was onder de indruk van de kwaliteit van de medewerkers. Meestal professioneel, maar vooral interessante, intelligente mensen! Voor mij was de Nederlandse cultuur nieuw, en in sommige aspecten “even wennen”!
In het verleden ervoeren velen Brill als een soort “familiebedrijf”. Kun jij die ervaring delen?
Ja, de interacties met collega’s waren bijna altijd heel prettig. De meeste medewerkers zijn trots op het bedrijf en ik begreep snel waarom.
Had je goede/prettige contacten met collega’s? En auteurs?
Bijna altijd goede contacten met collega’s. Ik was zelf wetenschappelijk auteur en had dus veel sympathie met de auteurs. Sommigen waren zelfs al persoonlijke vrienden van me. Het was soms moeilijk kiezen tussen de noodzaken van de uitgeverij en de wensen (vertragingen!) van auteurs. Goede contacten met sales en marketing waren heel belangrijk voor het succes van mijn nieuwe projecten bij Brill, met name het tijdschrift Biblical Interpretation (dank je Piet Gispen!) – nu reeds 30 jaar een succes – , de Biblical Interpretation Series, e.v.a.
Heb je nog (ernstige) problemen ondervonden of conflicten meegemaakt tijdens je werkzaamheden bij Brill?
Er zijn altijd fricties als je nauw met elkaar samenwerkt. Echte conflicten kwamen niet zo vaak voor. Wel had ik een andere kijk op de ambities van Brill als wetenschappelijke uitgeverij dan de heer Kasteleijn, en uiteindelijk (1998) was dat een reden om Brill te verlaten en voor mezelf te gaan beginnen.
Heb je het naar je zin gehad en kijk je met trots/plezier terug aan die tijd?
Ja, mijn tijd bij Brill was heel plezierig – zo plezierig zelfs, dat ik in 2006 voor een tweede keer bij Brill ging werken, deze keer thuis in Engeland, als editor-in-chief van de Engelse vertaling van RGG4, namelijk de 14-delige Religion Past and Present.
Hoe lang heb je er gewerkt?
Van 1991-98 in Leiden en daarna van 2006-13 thuis in Dorset. In totaal dus 14 jaar als full-time medewerker van Brill.
Waar hou je je nu mee bezig?
Brill heeft mijn kleine uitgeverij Deo Publishing in 2018 gekocht, en sindsdien werk ik zelfstandig, part-time, onder de naam Deo Translation aan vertalingen in het Engels (uit het Duits, het Nederlands en het Frans) voor andere bekende wetenschappelijke uitgeverijen.
Enne, heb je goede gevoelens aan de tijd in Nederland en speciaal aan Brill?
Zeker wel. Als ik nooit met Brill kennis had gemaakt, zouden mijn vrouw, kinderen en ikzelf nooit de uiterst positieve en plezierige ervaring van Leiden, van Nederland en de Nederlandse cultuur hebben geproefd die in ons leven zeer belangrijk en verrijkend geweest is en waarop we allemaal met grote genegenheid terug kijken. Met Brill heb ik professioneel nog contact, daarnaast ook persoonlijk contact met sommige oud collega’s. BOB-Nieuws lees ik trouwens altijd met veel belangstelling.
Interview
– met oud-collega Lizzy Venekamp
– door Francine Edridge
In het kort:
Geboren: 1949 Wenen
Burgerlijke staat: ongehuwd, vriend op afstand
Woonplaats: Amsterdam
Opleiding: Geschiedenis RU Leiden
Vervoermiddel: fiets of auto
Sport: tennis en skiën
Boek: te veel om op te noemen
Hobby’s: tennis, skiën, fietsen, musea, lezen
Hoe ben je bij de Koninklijke Brill terecht gekomen en wanneer?
Op 1 april 1986, ik had bij Brill gesolliciteerd omdat de vooruitzichten in de publieksuitgeverij en mijn vorige werkgever toen ongunstig waren.
Kwam je uit de uitgeverijwereld? Of had je slechts interesse in uitgeverijen, Brill in het bijzonder? En had je al eens van Brill gehoord?
Ik werkte tot 1986 bij uitgeverij Unieboek en kende Brill goed, ook omdat ik in Leiden had gestudeerd.
Wat was je functie bij Brill?
Ik kwam bij Brill in dienst als adjunct-directeur; toen de structuur van Brill in 1999 werd gewijzigd, werd ik business unit manager en ook verantwoordelijk voor acquisities en overnames.
En voordat je bij Brill kwam?
Voordat ik bij Brill kwam werkte ik als uitgever voor geschiedenis bij uitgeverij Unieboek. Daar gaf ik zowel publieksboeken uit, als een wetenschappelijke serie als de Algemene Geschiedenis der Nederlanden. Ik was ook hoofdredacteur van het tijdschrift Spiegel Historiael (intussen voortgezet als Geschiedenis Magazine).
Toen je besloot de baan te aanvaarden, wat waren je eerste indrukken?
Voor mij was het nieuw dat Brill toen nog een eigen drukkerij had, en ook zelf zorgde voor distributie. Wat mij meteen aansprak was het internationale karakter van Brill, de wereldwijde contacten met auteurs en redacties van de beste universiteiten.
En wat vond je van de verscheidenheid aan personeel?
Ik had het gevoel dat er duidelijk verschil was tussen uitgeverij en drukkerij, de uitgeverij was meer extern gericht. De medewerkers van de drukkerij waren uitstekende professionals, maar intern gericht en sterk geworteld in Leiden en directe omgeving.
Doordat veel publicaties toen nog met subsidie werden uitgegeven, botste het belang van drukkerij en uitgeverij ook wel eens.
Kreeg je het gevoel dat Brill een soort “familiebedrijf” was, zoals velen met mij het bedrijf zagen?
Ja, dat gevoel had ik ook wel. Het werd versterkt door het feit dat heel veel medewerkers lang of zelfs levenslang in dienst bleven. Dat was ik bij Unieboek niet gewend. Brill kwam bij mij ook ouderwets over, b.v. door de manier waarop titels werden aangekondigd en adresbestanden werden bijgehouden. Er was nog veel handwerk. Maar Brill kende zijn klanten goed door de directe contacten met bibliotheken en beslissers. De omloopsnelheid van de publicaties was wel heel anders dan ik gewend was. Bij Unieboek werden boeken niet lang in voorraad gehouden, ze moesten binnen 2 jaar uitverkocht zijn, of werden opgeruimd.
Heb je nog (ernstige) problemen ondervonden of conflicten meegemaakt tijdens je werkzaamheden bij Brill?
Jazeker, te beginnen met de periode waarin de Raad van Commissarissen besloot afscheid te nemen van directeur Wim Backhuys. Maar ik vind het niet gepast daar als voormalig lid van het management team uitspraken over te doen. Uiteindelijk komt het toch vaak neer op “you join a company, you leave a boss”. Het plotselinge overlijden van onze directeur Frans Pruijt in 1993, die net allerlei positieve veranderingen had ingezet, was natuurlijk ook een schok voor iedereen.
Ongetwijfeld heb je het naar je zin gehad in het bedrijf, is mijn indruk. Is die indruk juist? Ben je nog steeds trots op Brill?
Ik heb het zeker naar mijn zin gehad, maar er waren dus ook wel periodes met grote spanningen, zoals hierboven vermeld. Dat leidde dan wel weer tot grote saamhorigheid onder de collega’s, dus in die zin was het niet alleen negatief. Maar ik genoot vooral van de plezierige contacten met collega’s, en met auteurs en redacties, de congressen in het buitenland en toch ook de reputatie die Brill daar genoot.
Met welke gevoelens kijk je terug op de tijd bij Brill?
Ik kijk zeker met sympathie terug op mijn periode bij Brill en ik vind het nog steeds een prachtig bedrijf. Om als toch relatief kleine uitgeverij zelfstandig zo lang de kwaliteit hoog te houden en zulke goede auteurs aan je te verbinden is toch heel bijzonder.
Hoe lang heb je er gewerkt en waar hou je je nu dagelijks mee bezig?
Ik heb tot en met 2000 bij Brill gewerkt, en ben toen directeur geworden van een organisatieadvies bureau, dat zich onder andere bezig hield met leiderschapstrainingen op het gebied van diversiteit. Heel iets anders dan Brill, maar ook weer een heel leuke baan waar ik 14 jaar heb gewerkt. In die tijd groeide de organisatie van een kleine, ten dele gesubsidieerde stichting, tot een succesvolle zelfstandige consultancy met grote klanten in alle sectoren van het bedrijfsleven en bij universiteiten.
Ik ben sinds 2014 met pensioen, en verveel me geen moment. Ik volg momenteel o.a. colleges psychologie, heb altijd wel bestuursfuncties, en ben ook een aantal jaren commissaris geweest bij de beleggingsfondsen van Triodos.
Enne, na zoveel jaar, denk je nog wel eens terug aan Brill en collega’s? En met goede gevoelens?
Ik denk af en toe zeker nog met goede gevoelens aan Brill en de collega’s. Met sommigen heb ik nog met enige regelmaat contact, en dat is altijd heel plezierig.
Interview
– met oud-collega Annebeth Rosenboom,
– door Francine Edridge
In het kort:
Geboren: 1953
Burgerlijke staat: gehuwd
Woonplaats: Den Haag
Opleiding: bibliotheekopleiding en studie rechten
Wanneer ben je bij de Koninklijke Brill gekomen? Hoe ging dat in zijn werk?
Rond 2003 werd binnen Wolters Kluwer besloten het programma mensenrechten en internationaal recht van Kluwer Law International (KLI) te verkopen omdat het niet zou passen binnen het overige uitgeefprogramma van KLI dat gericht was op de praktijkmarkt. Mensenrechten en internationaal recht zou gericht zijn op de academische markt. Ook de uitgevers werden “meeverkocht”. We werden bijgestaan door de afdeling Mergers & Acquisitions van Wolters Kluwer, met in het team ook Olivier de Vlam. Zo kwamen Lindy Melman en ik bij Brill terecht en werd alles in het werk gesteld om deze aankoop zo goed mogelijk te faciliteren.
Had je voordien al van Brill gehoord?
De concurrenten van ons uitgeefprogramma dat opereerde onder de imprint Martinus Nijhoff Publishers waren vooral Oxford en Cambridge University Press. Een van onze auteurs was heel opgelucht toen hij hoorde dat we uiteindelijk aan Brill waren verkocht, dat hij kende en waarvan hij wist dat het een goede reputatie had op het gebied van “Middle East and Islamic Studies”. Zelf had ik vóór de verkoop, niet van Brill gehoord.
Wanneer is je carrière begonnen? En voor welk bedrijf?
Eigenlijk heb ik altijd op de een of andere manier met boeken gewerkt. Ik ben in de jaren 70 begonnen als bibliothecaresse bij het Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken waar J.L. Heldring [1] toen directeur was, een van de oprichters van Instituut Clingendael, een opleidingsinstituut van de Nederlandse diplomaten. Na mijn rechtenstudie ben ik bij Instituut Clingendael gaan werken, daarna bij de Verenigde Naties in New York op de verdragenafdeling en vervolgens bij Kluwer Academic Publishers (KAP) in Dordrecht. KLI was een samenvoeging van de rechten programma’s van Martinus Nijhoff in Dordrecht, van Graham & Trotman in Londen en van Kluwer Law & Taxation in Deventer. Het werd gevestigd in Den Haag.
Had je gezien je opleiding veel of weinig van doen met het uitgeven van boeken, met name wetenschappelijke?
Toen ik wist dat ik zou gaan werken bij KAP in Dordrecht heb ik naast mijn werk in New York een cursus “publishing” gedaan. Met het vakgebied waarin ik zou gaan werken was ik bekend door mijn werk en studie. KAP bood een gedegen cursusprogramma aan voor aankomende uitgevers waar ik veel van heb geleerd en natuurlijk ook van mijn toenmalige collega’s. Mijn eerste sollicitatiegesprek had ik in 1986 in New York met Alan Stephens in het bekende Barbizon hotel op Lexington Avenue (nu appartementen).
Wat was je functie bij Brill?
Bij Brill was ik uitgever en verantwoordelijk voor het uitgeven van boeken en tijdschriften op de gebieden van internationaal publiekrecht, recht internationale organisaties, zeerecht, Oost-Europees recht en Ruslandkunde. Dat laatste hoofdzakelijk samen met het toenmalige, gelijknamige instituut in Leiden, met de hoogleraren Feldbrugge en Simons. Een weetje: dankzij een subsidie van Wolters Kluwer is het huidige Nederlandse Burgerlijk Wetboek vertaald in het Russisch door het instituut om als een voorbeeld te dienen voor het Russische BW.
Had je daar een zekere vrijheid in je werk?
Vergeleken met mijn werk bij KLI had ik minder vrijheid en vergeleken met mijn werk bij de Verenigde Naties had ik meer vrijheid. KLI was een kleine maar lucratieve schakel in het grote geheel van Wolters Kluwer waardoor er meer financiële speelruimte was voor het uitgeefprogramma. Ook binnen het programma zelf had ik meer eigen verantwoordelijkheid. De VN is een hiërarchische organisatie waarbij het Secretariaat uitvoert wat in de Algemene Vergadering door de lidstaten wordt besloten.
Wat waren je eerste indrukken van Brill bij het aanvaarden van je baan? En van de verscheidenheid aan personeel?
Het was niet niks om zo’n kwart van de omzet toe te voegen aan het programma van Brill. Om dat in goede banen te leiden was Ewoud van Arkel (voormalig uitgever bij Wolters Kluwer) ingeroepen om alle punten daarvan te bespreken en waar mogelijk uit en door te voeren. Daar hadden mijn collega Lindy Melman en ik ook zeggenschap in. Veel van de procedures die we al gebruikten sinds KAP werden overgenomen en ook werd er besloten het distributiecentrum Turpin, dat KLI gebruikte, te gaan gebruiken. Ik ben eigenlijk wel benieuwd hoe dat nu loopt met Brexit … We werden heel hartelijk ontvangen en de aankoop werd gevierd met een boottocht over de Vliet en een concert, waarbij alle Brill personeelsleden en een aantal genodigden aanwezig waren. Het was verschrikkelijk dat de nieuwe computers, die waren aangeschaft voor onze komst, vrijwel onmiddellijk uit het oude gebouw zijn gestolen. Een van onze auteurs (criminoloog) concludeerde al snel hoe dat had kunnen gebeuren. Brill ligt vlakbij de snelweg en de schoenafdrukken op de tafel gaven de herkomst weer van de daders.
Voelde Brill voor jou ook aan als een soort “familiebedrijf”, zoals onlangs nog in de overlijdensannonce te lezen was dat: de “familie Brill” diep getroffen was bij het verlies van de heer Olivier de Vlam?
Misschien heb ik te kort bij Brill gewerkt om dat zo te beleven. Het werk van een uitgever speelt zich zowel binnen als buiten het bedrijf af. In die zin zat de continuïteit voor mij in de auteurs die waren meegekomen, de conferenties op de vakgebieden die we bezochten en de boeken en tijdschriften die we uitgaven. We waren gewoon vaak op reis. Ook later toen ik terug was bij de VN kwam ik auteurs weer tegen, die werden toegevoegd aan de delegaties op hun vakgebied. Echter, zonder de ondersteuning van de verschillende Brill afdelingen hadden we nooit zo’n uitgeefprogramma succesvol kunnen voortzetten: productie, redactie, IT, financiën, distributie, auteursrechten en niet te vergeten de kantine met de heerlijke taarten die Clarie bakte ter gelegenheid van haar verjaardag. Je leert natuurlijk nooit iedereen goed kennen, maar er waren zeker dierbare collega’s.
Kon je het goed met je collega’s vinden? En andersom?
Dat “andersom” is misschien moeilijk te beoordelen, maar meestal kon ik het wel goed vinden met mijn collega’s.
Werd er veel flexibiliteit van je verwacht of was je taak zelfstandig? Ben je tevreden over je werk?
Het werk van een uitgever is heel zichtbaar, omdat er op een gegeven moment een publicatie ligt in de vorm van een boek of tijdschrift, of online uitgave. Of een boek succesvol is, is ook goed waarneembaar in verkoopcijfers, recensies, door citaten en door de te winnen prijzen. Als je boek wordt geciteerd in een uitspraak van het Internationale Gerechtshof is dat helemaal geweldig. Op een gegeven moment bezochten Lindy en ik (voordat we bij Brill kwamen werken) de bibliothecaris van de juridische bibliotheek van Harvard die ons rondleidde en zei: “Hier staan alle recent aangekochte boeken, maar niet die van Nijhoff, want die voeren we meteen in”. Daar doe je het voor!
Je vertelde dat je maar enkele jaren bij Brill hebt gewerkt. Wat was de reden om te vertrekken?
Rond mijn vertrek bij Brill had ik zo’n twintig jaar als uitgever gewerkt. Dat had veel continuïteit gegeven in het uitgeefprogramma en in de contacten met de auteurs. Daar hadden we ook veel profijt van gehad omdat die continuïteit er jarenlang niet was bij Oxford en Cambridge University Press. Inmiddels zaten daar de uitgevers ook wat langer met daardoor sterke competitie. Ik miste wel een beetje de synergie met de andere juridische uitgevers binnen KLI en de grotere vrijheid die ik daar had.
Mijn belangstelling ligt op het gebied van internationale betrekkingen en internationaal recht, dus de VN begon weer te trekken, zeker toen ik daar hoofd kon worden van mijn oude afdeling. De Treaty Section is o.a. verantwoordelijk voor de United Nations Treaty Series, de enige publicatie die krachtens het Handvest van de Verenigde Naties (artikel 102) moet worden uitgegeven. Zodoende verhuisden mijn man en ik begin 2007 richting New York; onze dochter ging wonen bij haar beste vriendin en maakte in Den Haag haar middelbare school af. Eind 2015 ging ik met pensioen bij de afdeling “Law of the Sea and Ocean Affairs”. De laatste vijf jaar was ik vanuit het Secretariaat verantwoordelijk voor de eerste “World Ocean Assessment”, een uitgave die viel onder een van de werkgroepen van de Algemene Vergadering. Inmiddels is vijf jaar later ook de tweede WOA uitgekomen en wint het aan status. Het is te vergelijken met de rapporten van de Intergovernmental Panel for Climate Change.
Heb je verder nog op- of aanmerkingen die interessant voor de lezers zijn?
Een uitgeverij heeft met verschillende partijen rekening te houden: aandeelhouders, auteurs, personeel, klanten. Als uitgever vond ik natuurlijk onze auteurs heel belangrijk, en hoopte ik ook altijd dat zij als eersten hun eigen boeken zouden ontvangen, en dat zo snel mogelijk de review exemplaren werden uitgestuurd. Of je een uitgave nu elektronisch of in print produceert, zonder auteurs kunnen de uitgevers niet.
Met welke gevoelens kijk je terug op de tijd bij Brill?
Het was een korte bewogen tijd in een periode van zo’n veertig werkjaren, nagenoeg vrijwel altijd fulltime. Het is me goed bijgebleven omdat het niet niks was om “verkocht” te worden. Zonder ondertekening van het arbeidscontract van mij en mijn collega zou de koop niet door zijn gegaan, werd ons verteld. Ik heb het beroep van uitgever en mijn werk altijd geweldig gevonden, ook omdat de resultaten zo zichtbaar waren.
Waar houd je je nu dagelijks mee bezig?
Na pensionering zijn we begin 2016 terug gekomen naar Nederland en heb ik een twee-jaar durende opleiding gevolgd aan de Fotovakschool in Rotterdam, eens in de twee weken naar school, een hele dag, en tussendoor huiswerk, wat ik erg leuk heb gevonden. Voor mijn eindopdracht heb ik omgevingsportretten gemaakt van musici, ouder dan 70. Nu fotografeer ik af en toe als vrijwilliger. Daarnaast ben ik blij dat ik het nodige kan doen op mijn vakgebied, internationaal recht, dat altijd mijn belangstelling zal blijven houden. In Rijswijk speel ik altviool in een strijkorkest dat misschien wel weer bij elkaar mag komen over niet al te lange tijd. En dan blijft er, zonder te werken, nog heel veel tijd over om andere dingen te doen.
[1] Voormalig werknemer en commissaris van Brill.